De oorsprong van Vuurstof

Laatst deed ik een ochtendwandeling in het Josafatpark in Schaarbeek en plots viel me heel hard op dat je op de meeste bomen al hele kleine knopjes kon ontwaren. Als je goed keek, zag je een lichtgroene schijn op de bomen die verraadde dat de sappen terug tot in de uiterste takjes aan het komen zijn en daar voeding geven voor het ontspringen van de knopjes. Als je erop lette, zag je plots overal die lente opkomen, klein en nauwelijks merkbaar, maar met een enorme energie.

Het werd me op slag duidelijk dat dit –eindelijk- het juiste beeld, de juiste aanleiding is om te vertellen waar de naam Vuurstof vandaan komt. En er vermoedelijk is één iemand die bij het lezen van deze zin al begint te lachen… Daarover straks meer.

 

Oorspronkelijk was de werktitel voor mijn toekomstig bedrijf “De hiel van Achilles”. Uiteraard was dat veel te conceptueel als bedrijfsnaam en marketinggewijs al helemaal niet sexy. Maar het vatte wel al een fundament van Vuurstof samen. De filosofie was dat we allemaal een achillespees hebben, een zwakke plek. Zoals de Griekse mythologie vertelt, is Achilles ten onder gegaan aan die ene zwakke plek. Zijn moeder had hem bij de geboorte aan die plek vastgehouden toen ze hem in de rivier de Styx had ondergedompeld om hem onsterfelijk te maken. Op die plek was hij het meest kwetsbaar en kon hij wel dodelijk getroffen worden, wat uiteindelijk ook gebeurde. En zie daar, het thema kwetsbaarheid! Toen was er zelfs nog geen sprake van een podcastreeks. Ik moest er nog aan denken tijdens het podcastgesprek met Jean-Marc Wislez toen hij zei dat kwetsbaarheid je niet kan deren zolang je je ervan bewust bent. Je kan maar hard geraakt worden op die issues die voor jou je blinde vlekken zijn. Precies zoals Achilles die niet wist dat hij een zwakke plek had.

 

Maar die werktitel was dus niet bruikbaar en daarom was er nood aan actie. Ik trommelde een goede vriendin op met wie ik een namiddag in een gezellig cafeetje in Antwerpen zou brainstormen over een nieuwe naam. Uren lang hebben we allerlei namen uitgeprobeerd. We vertrokken bij de hiel van Achilles, maar het ging als snel veel breder. Ik herinner me dat ik maar bleef terugkomen op het ontpoppen van een vlinder, of het openbarsten van een knopje in de lente. We zochten lang naar een woordspeling of een verklanking van het moment waarop een knopje openbarst en al die energie vrijkomt, de nieuwe identiteit tevoorschijn komt. De transformatie waarrond ik wou werken, kon niet symbolischer worden weergegeven. Dacht ik.

We waren toen al laat in de namiddag, onze hersenen kookten al wat over van de verschillende ideeën die allemaal ontoereikend bleven. Daardoor kwamen er ook de meest hilarische alternatieven waar we aaneensluitend de slappe lach bij kregen. (Nu nog steeds als ik er aan terugdenk) Kortom, het ontspoorde helemaal en er kwam na drie uur brainstormen geen zinnig idee meer naar boven. Toen we wijselijk besloten om de zoektocht voorlopig te staken, vertelde die vriendin bij het opruimen een anekdote. Ze was lang geleden met haar familie op uitstap tijdens een vakantie. Toen ze bij de beklimming van een berg op de top aankwamen, zei haar moeder: “Amai, ik krijg geen Vuurstof meer!” Een heerlijke verspreking. Dus vroeg die vriendin me: wat denk je van Vuurstof? Tijdens het inpakken van mijn spullen liet ik het woord in me omgaan, proefde hoe het bekte, checkte hoe het bij me paste,… En nog voor we terug buiten op de stoep stonden, was het al beklonken: mijn bedrijf zou Vuurstof heten! Dat was duidelijk. Zoals bij de geboorte van kinderen: je kan je niet voorstellen hoe het er zal uitzien, hoe het zou zijn mocht het kind er zijn,… Maar van het moment dat je het in je armen hebt, is het de grootste vanzelfsprekendheid, alsof het er altijd al geweest is. Zo ook bij Vuurstof. De naam paste mij als een oude jas. En nog steeds blijft hij passend en fris. Ik raak er niet op uitgekeken en wat ik er zo wonderlijk aan vind: nog elke dag krijg ik er complimenten over. Grote dankbaarheid dus voor de inspiratie van die vriendin, voor die heerlijke brainstorm, voor de naam… Vuurstof.

Ik herinner me nog dat ik het prettig vond dat Vuurstof een onbestaand woord is. Ik bedacht me toen al dat het voor iedereen een eigen invullen kan hebben of kan krijgen. Dus het benieuwt me wel: wat roept Vuurstof bij jou op? Laat het me weten in de comments.

 

 

 


Zelfbewustzijn, moeilijk maar het loont!

Laatste was ik uitgenodigd voor een verjaardagsfeestje van iemand die ik nog niet zo lang kende. Hoewel ik een goede band met hem had en nieuwsgierig was naar zijn vrienden, vond ik het toch spannend. Wie mij niet zo goed kent of wie mijn trainingen en coachings volgt, denk misschien dat ik een extravert persoon ben, maar het tegendeel waar is. Dus naar een feestje gaan waar ik niemand ken, is voor mij meer dan een uitdaging. Soms zelfs een marteling.

Bij dit verjaardagsfeestje had ik het voorgevoel dat dit anders kon zijn. Iets in mij trok me daar naartoe. Vermoedelijk de jarige zelf die me vertrouwen inboezemde dat dit anders dan anders zou zijn. En toch voelde ik uitstelgedrag: kort daarvoor zat ik een thee te drinken in een gezellig café. Hoewel het langzaam tijd was om te vertrekken, vond ik plezier in onbelangrijke zaken in mijn telefoon, om maar niet te moeten opstaan. Nadien zat ik in de wagen zogenaamd geboeid naar een voetbalprogramma te luisteren. Wie mij kent weet dat ik maar weinig met sport heb. Pas toen ik me van die absurditeit bewust werd, merkte ik mijn koudwatervrees om naar dat verjaardagsfeestje te gaan. Wat hielp, was even bij dat gevoel te blijven stilstaan en het te erkennen: “Ja, ik vind het ongemakkelijk om in een groep en een gezelligheid terecht te komen van mensen die elkaar waarschijnlijk allemaal kennen en veel tegen elkaar te vertellen hebben. Ik kijk er niet naar uit om me alweer de buitenstaander te voelen. En ik vind het niet prettig om mezelf te overspelen om erbij te horen en daar nadien uitgeput van te zijn.” Het lukt me niet altijd, om zo’n dingen te benoemen, maar die dag gelukkig wel. Het helpt namelijk om die gevoelens gewoon toe te geven in plaats van ze weg te drukken en om mild te zijn tegenover de drang om ervan weg te lopen. Ook kan ik op zo’n momenten mijn oordelen, beter achterwege laten, want daarmee probeer het ik probleem bij de ander te leggen, terwijl het gewoon ik ben die bang is. Niet makkelijk, maar het werkt ontspannend als ik het wel kan.

Achteraf gezien was ik blij dat ik mijn voorgevoel vertrouwd heb en ik toch gegaan ben. Zoals ik vermoedde waren de vrienden van de jarige even fijne mensen als hijzelf. En hoewel er vaak stiltes vielen aan tafel, voelde dat niet onaangenaam aan. Het waren rustige stiltes in plaats van ongemakkelijke stiltes. Stiltes van mensen voor wie het OK was om het even te laten voor wat het is, zonder de leegte te moeten opvullen met banaliteiten en zo de angst voor de stilte te onderdrukken. Ik had het op dat moment nog niet door, maar blijkbaar zaten daar een heleboel introverten rond de tafel die het niet erg vonden om af en toe even bij zichzelf te blijven in plaats van voortdurend te moeten uitreiken. De extraverten onder de lezers van deze blog zullen nu denken wat een saai feestje dat moet geweest zijn. En niets is minder waar! Anders ja, maar met een mooie intensiteit. En vanuit die intensiteit heb ik fijne gesprekken gevoerd, nieuwe mensen leren kennen, goed kunnen lachen en lekker gegeten. En ik voelde mezelf heel ontspannen. Meer nog, ik kon de hele tijd mezelf zijn, en ik was waarschijnlijk niet de enige. Ik denk dat de jarige het niet anders had gewild.

Ik besef bij het schrijven van deze blog wat ik gemist zou hebben, indien ik toch toegegeven had aan mijn angsten en met een of ander excuus was weggebleven.