Bewuste kwetsbaarheid helpt

Kwetsbaarheid is een thema voor mij omdat ik, net zoals iedereen, in het verleden vaak gekwetst ben geweest. Ik had mezelf afgeleerd om me open te stellen voor mensen omdat ik ontgoocheld geraakt was in het misbruik van het vertrouwen. En dat had vaak al veel pijn veroorzaakt. En toch heb ik me de voorbije jaren aangeleerd om mezelf en mijn hart opnieuw te openen naar buiten toe omdat jezelf afsluiten niet de juiste strategie is, integendeel.

Recent probeerde toch iemand mij opnieuw te kwetsen. Het was lang geleden dat het zo gebeurde en de lange tussenpauze tussen deze en de laatste keer was doorslaggevend in de manier waarop ik ermee omging.

Ik kreeg een sneer naar mijn hoofd geslingerd die persoonlijk bedoeld was, om me te raken, mogelijks ook om me zogenaamd wakker te schudden. “Ik stel me wel iets anders voor bij verbinding,” zei de betrokken persoon cynisch. Het klinkt onbetekenend, maar het was welgekozen. Want uiteraard wist die persoon dat ik een kersvers aanbod rond verbinding had en daarrond veel aan het schrijven en posten was op sociale media. Daarin beschrijf ik hoe ik mensen wil ondersteunen om op een diepere laag te verbinden. Hoewel ik heel overtuigd ben dat ik met dat aanbod echt betekenisvol kan zijn voor mensen, is het nog heel pril. Het voelt aan als een kwetsbare baby die ik op de wereld aan het zetten ben. En dus de aanval kon niet beter gekozen zijn om te raken. Maar in een fractie van een seconde zag ik hem komen en kon hem langs me heen laten gaan. “Ik heb nooit gezegd dat ik zelf perfect ben,” hoorde ik mezelf nog zeggen.

Ervaring leert, want dit had ik al eens ‘mogen’ meemaken. De vorige keer dat het gebeurde kwam het veel harder aan. Ook toen was er ook een moment van grote openheid en vertrouwdheid geweest met iemand die mij dierbaar is. In dat gesprek had ik veel over mezelf en mijn coachingspraktijk gedeeld. Enkele weken daarna kreeg ik een gelijkaardige sneer. “Ah, is dat de manier waarop een coach dat doet?” Het was een reactie omdat ik niet gehandeld had naar de zin van die persoon. Na die uitspraak lag ik ongeveer drie weken emotioneel gevloerd, totaal buiten westen. En het kostte me veel tijd om dat te boven te komen. Je zou van minder in een schulp kruipen en je kwetsbaarheid diep wegsteken.

En toch heb ik het diepe geloof dat kwetsbaarheid de sleutel is, zowel privé als in werkcontext. Het is maar door open te zijn dat je een diepere verbinding met de ander krijgt: een verbinding die woorden overstijgt, die veel meer zegt dan duizend woorden. Het speelt zich af op het gevoelsniveau, in de onderbuik. Het voelt als thuiskomen bij de ander, in een diep vertrouwen voor elkaar. Een connectie die ook ruimte biedt aan elkaars fouten, falen, twijfels en angsten. Enkel zo kan je samen groeien als vrienden, als collega’s als partners. Maar daarvoor is wederzijds vertrouwen nodig.

Zoals gezegd, de tussenperiode tussen de eerste negatieve ervaring en de tweede maakt het verschil. Ik was na die eerste ervaring vastberaden om aan persoonlijke ontwikkeling te doen om mezelf te leren kennen, uit zelfbescherming. Ik wou meer connectie met mezelf krijgen en te weten komen welke patronen en belemmerende overtuigingen, welke aangeleerde waarden en persoonlijke waarden ik met me meedraag. En vooral, welke ik daarvan achter te laten heb. Dat zelfbewustzijn heeft me veel sterker gemaakt, duidelijkere keuzes laten maken en me nog meer op mijn intuïtie doen vertrouwen. En vooral: ik heb sindsdien mijn zwakke plekken beter leren kennen en wordt er niet meer door verrast bij een lukrake aanval van buitenaf.

Zonder dat hele, vaak moeizame proces en zonder al die inzichten was die tweede aanval beslist ook hard aangekomen. Maar ik kon hem nu naast me neerleggen. Ik werd niet kwaad op mezelf omdat ik me had laten verleiden om me open en kwetsbaar op te stellen. Ik werd dit keer ook niet kwaad op mijn gesprekspartner. Ik kon met een zekere mildheid vaststellen dat je bij sommigen met je kwetsbaarheid terecht kan en er zo diepere verbinding ontstaat, en bij anderen kan je daar niet mee terecht of wordt die openheid toch misbruikt. De klappen die ik daar nu van opvang komen veel minder hard aan omdat ik nu bewust ben van mijn kwetsbaarheid.

En wat het verwijt rond verbinden betreft, kon ik met eenzelfde mildheid toegeven aan mezelf dat ik niet met iedereen kan verbinden en dat ook niet altijd op de juiste manier doe of daar ook nog fouten in maak. En de klappen die ik daarbij moet opvangen als ik een aanbod rond verbinden opzet, neem ik erbij. Die zeggen ook meer over diegenen die de klappen uitdelen dan over mij. Brené Brown verwees ooit naar een toespraak van Theodore Roosevelt uit 1910: “Het is niet de criticus die telt; niet degene die ons erop wijst waarom de sterke man struikelt, of wat de man van de daad beter had moeten doen. De eer komt toe aan de man die daadwerkelijk in de arena staat, zijn gezicht besmeurd met stof, zweet en bloed; die zich kranig weert; die fouten maakt en keer op keer tekort schiet, omdat dat nu eenmaal onvermijdelijk is; die desondanks toch probeert iets te bereiken; die groot enthousiasme en grote toewijding kent; die zich helemaal geeft voor de goede zaak; die, als het meezit, uiteindelijk de triomf van een grootse verrichting proeft, en die, als het tegenzit en als hij faalt, in elk geval grote moed heeft getoond…”

Herken jij je in mijn verhaal? Wat zijn jouw zogenaamd zwakke plekken waar je nog mee om te gaan hebt? Laat het me zeker weten in een PM.


De oorsprong van Vuurstof

Laatst deed ik een ochtendwandeling in het Josafatpark in Schaarbeek en plots viel me heel hard op dat je op de meeste bomen al hele kleine knopjes kon ontwaren. Als je goed keek, zag je een lichtgroene schijn op de bomen die verraadde dat de sappen terug tot in de uiterste takjes aan het komen zijn en daar voeding geven voor het ontspringen van de knopjes. Als je erop lette, zag je plots overal die lente opkomen, klein en nauwelijks merkbaar, maar met een enorme energie.

Het werd me op slag duidelijk dat dit –eindelijk- het juiste beeld, de juiste aanleiding is om te vertellen waar de naam Vuurstof vandaan komt. En er vermoedelijk is één iemand die bij het lezen van deze zin al begint te lachen… Daarover straks meer.

 

Oorspronkelijk was de werktitel voor mijn toekomstig bedrijf “De hiel van Achilles”. Uiteraard was dat veel te conceptueel als bedrijfsnaam en marketinggewijs al helemaal niet sexy. Maar het vatte wel al een fundament van Vuurstof samen. De filosofie was dat we allemaal een achillespees hebben, een zwakke plek. Zoals de Griekse mythologie vertelt, is Achilles ten onder gegaan aan die ene zwakke plek. Zijn moeder had hem bij de geboorte aan die plek vastgehouden toen ze hem in de rivier de Styx had ondergedompeld om hem onsterfelijk te maken. Op die plek was hij het meest kwetsbaar en kon hij wel dodelijk getroffen worden, wat uiteindelijk ook gebeurde. En zie daar, het thema kwetsbaarheid! Toen was er zelfs nog geen sprake van een podcastreeks. Ik moest er nog aan denken tijdens het podcastgesprek met Jean-Marc Wislez toen hij zei dat kwetsbaarheid je niet kan deren zolang je je ervan bewust bent. Je kan maar hard geraakt worden op die issues die voor jou je blinde vlekken zijn. Precies zoals Achilles die niet wist dat hij een zwakke plek had.

 

Maar die werktitel was dus niet bruikbaar en daarom was er nood aan actie. Ik trommelde een goede vriendin op met wie ik een namiddag in een gezellig cafeetje in Antwerpen zou brainstormen over een nieuwe naam. Uren lang hebben we allerlei namen uitgeprobeerd. We vertrokken bij de hiel van Achilles, maar het ging als snel veel breder. Ik herinner me dat ik maar bleef terugkomen op het ontpoppen van een vlinder, of het openbarsten van een knopje in de lente. We zochten lang naar een woordspeling of een verklanking van het moment waarop een knopje openbarst en al die energie vrijkomt, de nieuwe identiteit tevoorschijn komt. De transformatie waarrond ik wou werken, kon niet symbolischer worden weergegeven. Dacht ik.

We waren toen al laat in de namiddag, onze hersenen kookten al wat over van de verschillende ideeën die allemaal ontoereikend bleven. Daardoor kwamen er ook de meest hilarische alternatieven waar we aaneensluitend de slappe lach bij kregen. (Nu nog steeds als ik er aan terugdenk) Kortom, het ontspoorde helemaal en er kwam na drie uur brainstormen geen zinnig idee meer naar boven. Toen we wijselijk besloten om de zoektocht voorlopig te staken, vertelde die vriendin bij het opruimen een anekdote. Ze was lang geleden met haar familie op uitstap tijdens een vakantie. Toen ze bij de beklimming van een berg op de top aankwamen, zei haar moeder: “Amai, ik krijg geen Vuurstof meer!” Een heerlijke verspreking. Dus vroeg die vriendin me: wat denk je van Vuurstof? Tijdens het inpakken van mijn spullen liet ik het woord in me omgaan, proefde hoe het bekte, checkte hoe het bij me paste,… En nog voor we terug buiten op de stoep stonden, was het al beklonken: mijn bedrijf zou Vuurstof heten! Dat was duidelijk. Zoals bij de geboorte van kinderen: je kan je niet voorstellen hoe het er zal uitzien, hoe het zou zijn mocht het kind er zijn,… Maar van het moment dat je het in je armen hebt, is het de grootste vanzelfsprekendheid, alsof het er altijd al geweest is. Zo ook bij Vuurstof. De naam paste mij als een oude jas. En nog steeds blijft hij passend en fris. Ik raak er niet op uitgekeken en wat ik er zo wonderlijk aan vind: nog elke dag krijg ik er complimenten over. Grote dankbaarheid dus voor de inspiratie van die vriendin, voor die heerlijke brainstorm, voor de naam… Vuurstof.

Ik herinner me nog dat ik het prettig vond dat Vuurstof een onbestaand woord is. Ik bedacht me toen al dat het voor iedereen een eigen invullen kan hebben of kan krijgen. Dus het benieuwt me wel: wat roept Vuurstof bij jou op? Laat het me weten in de comments.

 

 

 


Zelfbewustzijn, moeilijk maar het loont!

Laatste was ik uitgenodigd voor een verjaardagsfeestje van iemand die ik nog niet zo lang kende. Hoewel ik een goede band met hem had en nieuwsgierig was naar zijn vrienden, vond ik het toch spannend. Wie mij niet zo goed kent of wie mijn trainingen en coachings volgt, denk misschien dat ik een extravert persoon ben, maar het tegendeel waar is. Dus naar een feestje gaan waar ik niemand ken, is voor mij meer dan een uitdaging. Soms zelfs een marteling.

Bij dit verjaardagsfeestje had ik het voorgevoel dat dit anders kon zijn. Iets in mij trok me daar naartoe. Vermoedelijk de jarige zelf die me vertrouwen inboezemde dat dit anders dan anders zou zijn. En toch voelde ik uitstelgedrag: kort daarvoor zat ik een thee te drinken in een gezellig café. Hoewel het langzaam tijd was om te vertrekken, vond ik plezier in onbelangrijke zaken in mijn telefoon, om maar niet te moeten opstaan. Nadien zat ik in de wagen zogenaamd geboeid naar een voetbalprogramma te luisteren. Wie mij kent weet dat ik maar weinig met sport heb. Pas toen ik me van die absurditeit bewust werd, merkte ik mijn koudwatervrees om naar dat verjaardagsfeestje te gaan. Wat hielp, was even bij dat gevoel te blijven stilstaan en het te erkennen: “Ja, ik vind het ongemakkelijk om in een groep en een gezelligheid terecht te komen van mensen die elkaar waarschijnlijk allemaal kennen en veel tegen elkaar te vertellen hebben. Ik kijk er niet naar uit om me alweer de buitenstaander te voelen. En ik vind het niet prettig om mezelf te overspelen om erbij te horen en daar nadien uitgeput van te zijn.” Het lukt me niet altijd, om zo’n dingen te benoemen, maar die dag gelukkig wel. Het helpt namelijk om die gevoelens gewoon toe te geven in plaats van ze weg te drukken en om mild te zijn tegenover de drang om ervan weg te lopen. Ook kan ik op zo’n momenten mijn oordelen, beter achterwege laten, want daarmee probeer het ik probleem bij de ander te leggen, terwijl het gewoon ik ben die bang is. Niet makkelijk, maar het werkt ontspannend als ik het wel kan.

Achteraf gezien was ik blij dat ik mijn voorgevoel vertrouwd heb en ik toch gegaan ben. Zoals ik vermoedde waren de vrienden van de jarige even fijne mensen als hijzelf. En hoewel er vaak stiltes vielen aan tafel, voelde dat niet onaangenaam aan. Het waren rustige stiltes in plaats van ongemakkelijke stiltes. Stiltes van mensen voor wie het OK was om het even te laten voor wat het is, zonder de leegte te moeten opvullen met banaliteiten en zo de angst voor de stilte te onderdrukken. Ik had het op dat moment nog niet door, maar blijkbaar zaten daar een heleboel introverten rond de tafel die het niet erg vonden om af en toe even bij zichzelf te blijven in plaats van voortdurend te moeten uitreiken. De extraverten onder de lezers van deze blog zullen nu denken wat een saai feestje dat moet geweest zijn. En niets is minder waar! Anders ja, maar met een mooie intensiteit. En vanuit die intensiteit heb ik fijne gesprekken gevoerd, nieuwe mensen leren kennen, goed kunnen lachen en lekker gegeten. En ik voelde mezelf heel ontspannen. Meer nog, ik kon de hele tijd mezelf zijn, en ik was waarschijnlijk niet de enige. Ik denk dat de jarige het niet anders had gewild.

Ik besef bij het schrijven van deze blog wat ik gemist zou hebben, indien ik toch toegegeven had aan mijn angsten en met een of ander excuus was weggebleven.


Einde van de winterslaap

Vanmorgen zag ik tijdens mijn ochtendwandeling de hemel lichter worden nog voor de zon opging. Ik genoot van het feit dat het eindelijk terug licht werd. Rond de winterzonnewende, eind december, was ik bewust bezig met dat keerpunt tussen winter en zomer. Die kortste dag van het jaar luidde de opmars van het licht en de langere dagen in. Het vooruitzicht dat we ons weer langer met zonlicht konden verwarmen, maakte me blij. Maar de weken daarna bleef het donker wanneer ik opstond en was het al donker wanneer de werkdag voorbij was. Dat frustreerde enigszins. Maar nu is het zichtbaar aan het veranderen.

En toch was het niet alleen dat dat me blij maakte. Wie me kent, weet dat ik een vroege wandelaar ben en ervan geniet om voor dag en dauw uit de veren te kruipen om te gaan stappen. Dat is mijn vorm van sporten. Deze herfst en winter lukte me het echter niet. Ik voelde dat mijn systeem iets anders vroeg. Ik wist toe te geven aan wat mijn lichaam vroeg en probeerde er niet gefrustreerd te raken. Vooral omdat ik mijzelf voor dat jaar de ambitie gezet had om 1000km te stappen. Het voelde toch als een kleine strijd tussen wat ik wou en wat mijn lichaam wou. Gelukkig kon ik de ambitie loslaten. Ik wist en voelde dat mijn lichaam dit nodig had en dat het nadien weer opgeladen zou zijn. Achteraf bleek dat ik in de eerste helft van het jaar al veel kilometers had gestapt, waardoor ik uiteindelijk met gemak aan mijn doelstelling kwam, ook door minder te stappen.

 

In een van mijn vorige blogs had ik het er nog over gehad dat we net na de zomervakantie steeds de drang voelen om er weer in te vliegen, hoewel de natuur net de tegenovergestelde beweging doet en langzaam tot rust komt. Met dat besef kon ik het toelaten om mijn systeem een vorm van winterslaap te gunnen: wel actief blijven en presteren, maar niet zonodig tot het uiterste gaan. En waar nodig rust toelaten.

 

Ik besefte deze ochtend pas dat ik alweer 4 keer was gaan stappen en dat het deugd deed. Het zien van het ochtendlicht maakte me ervan bewust dat het einde van die winterslaap zich aankondigt. Het maakte me blij, gaf me energie en ik was vooral trots dat ik de cyclus die mijn lichaam aangaf, had weten volgen. Dit belooft voor de komende lente en zomer!


Weer tijd voor een groot onderhoud?

Ik krijg in mijn coachings wel vaker de verzuchting: “moet ik nu weer aan mezelf werken?” “Nu kom ik dat issue wéér tegen”. “Ik ben al zo vaak door een proces van zelfreflectie gegaan. Ik had gehoopt om dat stadium voorbij te zijn.” En het klopt dat het soms frustrerend is om na een bepaalde tijd te constateren dat er opnieuw werk aan de winkel is. Het kan ontmoedigend zijn om jezelf af en toe opnieuw tegen te komen.

In onze logica van repareren is heel lineair: iets is kapot, je brengt het naar de expert die het fixt en dan is het gemaakt. En liefst met levenslange garantie. Als iets te vaak gerepareerd moet worden, beschouwen we het als “slecht” en brengen het dan maar naar het containerpark. Het gevolg is dat het label “slecht” ook opduikt wanneer je zelf te vaak tegen dezelfde persoonlijke issues aanloopt. Dat is niet bevorderlijk voor je zelfbeeld. Je zou voor minder jezelf overtuigen dat er iets fundamenteel mis met je is.

Niets is minder waar!

Persoonlijke ontwikkeling is een werk van lange adem en nooit af. Ik hoorde een tijd geleden een podcast met Reinoud Eleveld, is taotrainer en specialist in de toepassing van meditatie- en krijgskunst-technieken o.a. op het gebied van persoonlijke ontwikkeling. Hij is de 60 gepasseerd en in zijn lange leven heeft hij al heel veel rond zijn persoonlijke ontwikkeling gewerkt. En toch geeft ook hij toe regelmatig nog op zaken te stoten waarmee hij aan de slag moet, nl. met issues die opduiken en om aandacht vragen. Ik ervaarde het als een geruststelling dat zelfs zo’n ‘expert’ op die leeftijd hetzelfde meemaakt.

Het is een illusie dat je ooit ‘af’ bent. En tegelijk is er niets ergs aan het voortdurend werken aan jezelf. De context verandert, je persoonlijke situatie verandert, jijzelf verandert en komt in nieuwe levensfases. Dus logischerwijs worden stukken aangeboord waar je (opnieuw) naar te kijken hebt. Je kan dat als een opdracht zien, als een verplichting of een sisyphusarbeid. Maar je kan het evengoed bekijken als een kans om de diamant die je bent regelmatig bij te schaven, bij te veilen om nog beter te schitteren, om anders te schitteren in een nieuw licht.

Ik moet daarbij ook denken aan een beeld dat ik ooit op internet tegenkwam. Het was foto van een rijdende auto die al rijdend werd gerepareerd. Zo gaat het ook met persoonlijke ontwikkeling. Het hoeft niet altijd te betekenen dat je persoonlijke auto maandenlang in de garage moet voor reparatie of zelfs afgeschreven moet worden. Soms is het gewoon onderweg iets vervangen, aanpassen, dichten om vervolgens weer verder te kunnen.

Het is maar hoe je er naar kijkt: als uitnodiging of als opgave. De keuze is aan jou.

foto: www.businessinsider.com